Mia staarde een tijdje naar de brief en het slachtmes, het was niet vaak dat haar vader haar een brief stuurde. zelfs bijna nooit voorkomend, het was dan ook wel appart. Haar vader vond het niet nuttig, brieven sturen, hij vond het maar onpersoonlijk. daarom vond ze het ook zo raar dat hij haar een brief had gestuurd. ze kreeg de brief net toen ze naar het oosten vertrok, dat was een of 2 dagen geleden dus. ze strekte langzaam haar hand uit naar de brief, ze raapte de brief op en staarde er een tijdje naar in haar hand. met haar andere hand opende ze de brief langzaam, ze was bang voor slecht nieuws. ze haalde de brief uit de envelop en las hem snel door.;
Lieve Mia,
ik denk dat het tijd word dat we moeten praten. je bent nu ondertussen een jonge vrouw en ik denk dat je de waarheid wel aankan. ik dacht dat het slimmer was dat ik je eerst een brief stuurde, aangezien je nu altijd weg bent en ik je ook niet in je eigen leven wilt storen. kom dan alsjeblieft binnenkort naar mijn huis, dan moeten we nodig praten. het is niet goed noch slecht, ik denk dat het gewoon nuttig voor je is om dit te weten als jonge vrouw.
Knuffels Zubazay.
Mia hield de brief stevig vast in haar handen en sloot haar ogen even. ze had de tijd nodig om het tot haar door te laten dringen. hij zei wel dat het niet goed was noch slecht, maar als hij met haar wou praten was het voor haar altijd slecht. hij moest iets gaan vertellen wat haar zeker niet ging bevallen, dat wist ze zeker, anders was haar vader wel een keer langsgekomen bij haar thuis en had hij er niet zo moeilijk overgedaan! ze beet hard op haar lip en sprong op. ze griste haastig het mes van de grond en beende het hutje uit. het 'knippen' moest maar wachten, ze ging naar haar vader in het westen.